vrijdag, september 22, 2006

Vis houdt hersenen fit - vis ongezond?

Wetenschappers vinden steeds meer aanwijzingen dat visolie een belangrijke rol speelt bij het voorkomen van depressies, wisselende gemoedsstemmingen en mentale vermoeidheid. In een wereldwijde internationale studie werden verschillende bevolkingsgroepen met elkaar ergeleken en daaruit bleek dat naarmate het visverbruik groter is, het aantal depressies lager en de algemene mentale gezondheid beter is.

Zit er in vis een stof die een gunstige invloed heeft op de werking van de hersenen? Hersenen bevatten naast water ook zeer veel vetten die bijzonder rijk zijn aan DHA, dat is decosahexaeenzuur, een vetzuur dat in het lichaam slechts in beperkte mate wordt aangemaakt. Of het lichaam voldoende DHA aanmaakt, hangt onder meer af van het voedingspatroon. Onderzoekingen hebben aangetoond dat ons westers voedingspatroon de aanmaak van DHA niet in de hand werkt. Voor een goede hersenwerking zou een voldoende toevoer van DHA via de voeding dus belangrijk kunnen zijn.

Wat heeft dat nu met vis te maken? Ongeveer zestig procent van het drooggewicht van de hersenen bestaat uit vetten. Een groot deel van dat vet bestaat uit dezelfde vetten die in visolie terug te vinden zijn. Het zijn essentiële vetzuren die onontbeerlijk zijn voor de ontwikkeling en het goed functioneren van de hersenen. De belangrijkste bron van DHA in de voeding is dan ook vette vis.

Biochemisch gezien behoort DHA tot de klasse der hogere omega-3 vetzuren maar het hoger vetzuur dat in vette vis voorkomt is EPA of eicosapentaeenzuur. Om dit EPA draait het allemaal, want niet elke visolie is evenwaardig. Net zoals elke soort vis een eigen smaak heeft, zo verschilt ook de samenstelling van hun olie.

De universiteiten van Maastricht en van Gent zijn nauw betrokken bij het onderzoek. Het initiatief gaat uit van professor M. Maes van het Departement Psychiatrie en Neurobiologie in Maastricht, terwijl in Gent een aantal gespecialiseerde analyses en voedingsonderzoek worden uitgevoerd onder leiding van professor Armand Christophe van de Vakgroep Inwendige Ziekten, afdeling Voeding.

De onderzoekers hebben reeds lang vermoed dat de verhouding van DHA tot EPA een belangrijke rol speelt. Het blijkt nu steeds meer dat een hoog EPA-gehalte in de DHA-huishouding een gunstige invloed heeft bij mensen die problemen hebben met hun geestelijke gezondheid en met gemoedsstoringen. Een voorbeeld maakt dat duidelijk, zegt Maes.

,,De hersenen kan je met een auto vergelijken. DHA speelt dezelfde rol als het staal en de carrosserie van een auto, omdat DHA onmisbaar is voor de basisstructuur van de hersenen. Zonder DHA kunnen de hersenen zich niet normaal ontwikkelen en daarom is DHA vitaal voor de ontwikkeling van de hersenen in de foetus en bij jonge kinderen. Voor oudere kinderen en volwassenen heb je EPA nodig.'' ,,EPA is als benzine of diesel, het doet de hersenen functioneren. EPA maakt slechts een beperkt deel uit van de vetzuren in de hersenen, maar de rol die EPA speelt in de communicatie in en tussen de zenuwcellen is van vitaal belang. Zonder een voldoende hoeveelheid EPA komt de onderlinge communicatie van de verschillende neuronen in de hersenen ernstig in het gedrang.''

De wetenschappers die onderzoek verrichten naar het functioneren van de mentale gezondheid en naar gemoedsstoringen, richten hun aandacht dan ook steeds meer op EPA in plaats van op DHA. Proeven hebben inderdaad uitgewezen dat EPA een waardevolle hulp kan zijn bij de behandeling van problemen als depressie, angsttoestanden, allerlei gemoedswisselingen, hyperkinetisch gedrag, schizofrenie en autisme.

Liever vis dan visoliecapsulesEr zijn sterke aanwijzingen dat het gezondheidseffect van vis toe te schrijven is aan de vetzuren. Maar misschien zijn er meer stoffen in vis die voor het gunstige effect zorgen. Vis eten is daarom beter dan visoliecapsules slikken. Voor mensen die geen vis willen of kunnen eten, zijn producten die zijn verrijkt met visolie of supplementen met visolie een alternatief. Maar helaas is vis niet zo gezond als mensen denken. Er kleven enkele risico’s aan het eten van vis. Zo is vis een belangrijke bron van kwik, dioxines en PCB’s. Toch heeft vis eten meer voor- dan nadelen voor de gezondheid. Hierna leest u wat de gevaren zijn en hoe u de risico’s kunt beperken.

Vervuiling
Door milieuverontreiniging kunnen er schadelijke stoffen voorkomen in vis. Het gaat vooral om zware metalen (kwik), dioxines, PCB’s en toxafeen, een bestrijdingsmiddel dat onder meer in de katoenteelt wordt gebruikt.
Roofvissen hebben de meeste last van vervuiling. Dat geldt vooral voor grote roofvissen, zoals haaien en zwaardvissen. Vissen die alleen planten of plankton eten zijn minder vervuild. Ook zijn vette vissoorten meer vervuild dan magere, omdat schadelijke stoffen in het vet worden opgeslagen. Daarnaast speelt het leefgebied een rol. Zo is vis uit Europese wateren meer vervuild dan vis uit de Stille Oceaan. Ook in kweekvis kunnen schadelijke stoffen voorkomen. Dat geldt als deze wordt gevoerd met vismeel en visolie. De Europese Unie heeft daarom regels opgesteld voor de hoeveelheid PCB’s, dioxines en daaraan verwante furanen die in visvoer mogen voorkomen. Kweekvis uit Nederland, ook kweekpaling, voldoet aan de normen.

In de loop van de tijd is de vervuiling van de zeeën afgenomen. Maar om niet te veel schadelijke stoffen binnen te krijgen, is het belangrijk te variëren met de vis die u eet. Daarbij gelden de volgende adviezen:
  • Eet met het oog op dioxines niet meer dan twee porties vette vis per week (maximaal 300 gram). Dioxines worden opgeslagen in het lichaamsvet. Ze worden maar heel langzaam afgebroken.
  • Vrouwen geven een deel van de opgeslagen dioxine door aan hun kinderen in de zwangerschap en via de borstvoeding. Voor vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven geldt daarom: maximaal twee porties vette vis per week. Dat komt neer op 300 gram. Ter illustratie: één zoute haring weeg ongeveer 75 gram. Verder kunnen vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven beter geen roofvis eten. In roofvis zitten relatief veel schadelijke stoffen, zoals kwik en dioxines. Het gaat dan om vissen die in Nederland relatief weinig gegeten worden, zoals marlijn, zwaardvis, snoekbaars, haai, koningsmakreel en verse tonijn.
  • Eet geen paling uit de Nederlandse grote rivieren. Daar zit meer dioxine in dan verantwoord wordt geacht.
  • Wees voorzichtig met het eten van zelfgevangen vis als het water vervuild kan zijn.
Nitraat
In vis zitten eiwitten (amines) die reageren met nitraat uit groente. Het nitraat verandert daardoor gedeeltelijk in n-nitrosoverbindingen. Deze stoffen zijn ook bekend als nitrosamines. Nitrosamines zijn schadelijk voor het lichaam. Het lijkt erop dat ze kankerverwekkend kunnen zijn. Uit voorzorg kunt u vis daarom beter eten met nitraatarme groente, zoals worteltjes, sperziebonen, witlof en paprika.

Listeria
Vis kan besmet raken met listeria. Deze bacterie groeit ook bij lage temperaturen.
Listeria is een bacterie die vooral gevaarlijk is voor zwangeren en ouderen. Zij kunnen beter geen voorverpakte gerookte vis eten, zoals gerookte zalm, forel, paling of makreel. Voorverpakte gerookte vis kan lang bewaard worden. Dit geeft de bacterie de kans zich te vermenigvuldigen tot schadelijke hoeveelheden. Ingevroren gerookte vis is wel veilig. De bacterie kan zich onder het vriespunt namelijk niet vermenigvuldigen. De zalm moet dan na het ontdooien wel direct gegeten of bereid worden. Bij verhitting wordt listeria gedood. Daarom is vers gebakken, gegrilde of gepocheerde (gerookte) zalm geen probleem. Zoute haring is kort houdbaar. Daardoor is er geen gevaar voor uitgroei van listeria. Ook zure haring is ‘veilig’.
Toch heeft vis eten meer voor- dan nadelen voor de gezondheid. Aan meer dan twee keer eten van vis per week zijn er pas gezondheids risico’s verbonden.

Lees ook hier meer over gezonde voeding