vrijdag, juni 09, 2006

Gezond gewicht is een gewicht dat het risico op bepaalde ziekten niet verhoogt

Een gezond gewicht is een gewicht dat het risico op bepaalde ziekten, zoals hart- en vaatziekten bepaalde vormen van kanker en diabetes, niet verhoogt. Om een gezond gewicht te handhaven en overgewicht te voorkomen, is het belangrijk:
  • niet te veel te eten en gevarieerd te eten;
  • elke dag voldoende te bewegen;
  • regelmatig het gewicht te controleren en minder te eten en meer te bewegen zodra het gewicht stijgt.
Met de Body Mass Index (BMI) en middelomtrek kan op eenvoudige wijze worden nagegaan of het lichaamsgewicht gezond is. Overgewicht ontstaat wanneer het lichaam gedurende langere tijd meer energie binnenkrijgt dan het verbruikt en het overschot aan energie wordt opgeslagen als lichaamsvet. Overgewicht vergroot het risico op onder meer diabetes type 2, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, bepaalde vormen van kanker, galstenen en gewrichtsaandoeningen.

Een gezond gewicht behouden en overgewicht voorkomen
Om een gezond gewicht te behouden en overgewicht te voorkomen, is het belangrijk:
gevarieerd te eten, met niet te veel vet, suiker en alcohol;
veel vezelrijke producten te nuttigen, zoals groente, fruit, brood en aardappelen. Deze bevatten veel voedingsstoffen en zorgen voor een verzadigd gevoel;
elke dag voldoende te bewegen (minstens dertig minuten). Daarbij hoeft het niet perse te gaan om intensieve sportbeoefening: ook activiteiten zoals traplopen, tuinieren, stofzuigen, wandelen en fietsen zijn prima;
het gewicht regelmatig (1x per week tot 1x per maand) te controleren en meteen in te grijpen wanneer dat nodig is: iets minder eten en iets meer bewegen voorkomen dat een streng dieet nodig wordt.

Overgewicht
In Nederland heeft ruim vijfenvijftig procent van de mannen en vijftig procent van de vrouwen overgewicht. Van overgewicht is sprake wanneer het lichaamsgewicht risico’s oplevert voor de gezondheid. Overgewicht vergroot de kans op onder meer diabetes, hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker. Bij overgewicht is het belangrijk in elk geval niet méér aan te komen. Gewicht verminderen kan het beste door een gezond eetpatroon met een beperkte hoeveelheid calorieën, in combinatie met voldoende beweging.

Of sprake is van overgewicht, is eenvoudig na te gaan met de Body Mass Index en middelomtrek. De middelomtrek geeft daarbij de doorslag. Vet rond het middel brengt namelijk extra risico’s met zich mee voor de gezondheid in vergelijking met vet op bijvoorbeeld heupen en dijen.
Overgewicht is een risicofactor voor diabetes type 2, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, bepaalde vormen van kanker, galstenen en gewrichtsaandoeningen. Ernstig overgewicht geeft ook meer kans op ademhalingsproblemen, slaapapneu (stokkende adem tijdens de slaap), jicht, onvruchtbaarheid, menstruatiestoornissen, geboorteafwijkingen, psychische en sociale problemen en verslechtert het lichamelijk functioneren.

Afvallen
In geval van overgewicht - ongeacht de mate - helpt vijf tot vijftien procent gewichtsvermindering de gezondheidsrisico’s aanzienlijk te verkleinen. In principe leidt elk dieet dat minder calorieën levert dan het lichaam verbruikt, tot gewichtsverlies. Om te voorkomen dat de kwijtgeraakte kilo’s er na het afvallen weer snel bijkomen, is het verstandig een dieet te kiezen dat gevarieerd is en niet te veel afwijkt van het ‘gewone’ eetpatroon. Het is ook van belang dat het lichaam voldoende voedingsstoffen binnen blijft krijgen.

Verantwoord afvallen betekent daarom:
  • een gemiddeld gewichtsverlies van een halve tot een kilo per week;
  • een gevarieerd eetpatroon met een beperkte hoeveelheid calorieën;
  • het beperken van de hoeveelheid vet;
  • matig zijn met voedingsmiddelen waaraan suiker is toegevoegd;
  • het drinken van alcohol beperken;
  • rustig eten en regelmaat aanbrengen in het eetpatroon;
  • meer bewegen.
Op gewicht blijven
In de praktijk komen veel mensen na het afvallen weer aan. Om op gewicht te blijven, is het niet nodig altijd ‘aan de lijn te doen’. Wel is het belangrijk in de gaten te houden dat het eten niet te veel calorieën levert, regelmatig te bewegen en tijdig te corrigeren als dat nodig is.
Bron:Voedingscentrum