maandag, oktober 23, 2006

Bewijs voor nieuwste dieetrage ontbreekt

WAGENINGEN - Het bewijs dat een laag-glykemisch dieet werkt, ontbreekt nog vrijwel geheel. Het zogenoemde Low GI-dieet is razend populair, maar er is geen enkele onbetwiste aanwijzing te vinden dat gebruikers van het dieet blijvend afvallen of dat ze minder vaak hart- en vaatziekten of kanker krijgen.
Dat zegt voedingswetenschapper Edith Feskens van de Wageningen Universiteit. Feskens analyseerde alle beschikbare onderzoeksliteratuur over de laag-glykemische diëten voor een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Acta Cardiologica.


Het Low GI-dieet is een rage in de Verenigde Staten, Groot-Brittanië en Australië en wint ook in Nederland razendsnel terrein, aldus Feskens. Een laag-glykemisch dieet is gebaseerd op de aanname dat mensen afvallen als hun bloedsuikerspiegel niet te snel stijgt.


Cornflakes
Voedingsmiddelen die de suiker- en insulinespiegel snel laten stijgen zijn onder meer cornflakes, chocolade en aardappelpuree. De bloedsuikerspiegel stijgt veel minder snel na de consumptie van bijvoorbeeld pinda's of volle melk. De theorie achter het dieet is dat een lage bloedsuikerspiegel minder honger veroorzaakt, waardoor mensen minder eten en dus gezonder worden en blijven.
In andere landen verkopen supermarkten al producten met speciale Low GI-logo's. Maar volgens Feskens is er nog nooit langer dan drie maanden onderzoek gedaan naar het afslankende effect van alleen laag-glykemische producten eten. Ook zijn er wel studies die aantonen dat vrouwen met een lage glykemische index minder vaak borstkanker krijgen, maar er zijn net zoveel studies die geen enkel effect laten zien, aldus Feskens.


Kluif
De voedingsdeskundige stelt dat er een "verregaande kennis van voeding" nodig is om het dieet te kunnen volgen. "Aaardappelpuree staat bijvoorbeeld op de verboden lijst. Maar de glykemische index daalt als er een beetje azijn door de puree wordt gedaan. Als blijkt dat zo'n Low GI-dieet werkelijk gezond zou zijn, is het een enorme kluif om consumenten uit te leggen hoe ze zouden moeten eten", aldus Feskens. De Universiteit van Maastricht coördineert op dit moment een Europees onderzoek naar het gezondheidseffect van laag-glykemisch eten.

Ontdek waarom 98% van de dieten niet werken

vrijdag, oktober 20, 2006

Overgewicht net zo schadelijk als roken

Bron: www.nu.nl
Overgewicht is net zo schadelijk voor de economie als roken en zorgt voor evenveel ziektedagen en vervroegd stoppen met werken. Europees Commissaris Markos Kyprianou (Gezondheid) heeft dat vrijdag gezegd in Brussel bij een Europees-Amerikaanse conferentie over overgewicht.

Hij noemde overgewicht het gezondheidsprobleem van de 21e eeuw: "Het neemt de vorm aan van een epidemie: 204 van de ruim 450 miljoen Europeanen heeft overgewicht. Van hen is 61 miljoen echt veel te zwaar."

Overgewicht kan leiden tot hart- en vaatziekten en diabetes. Die ziekten zorgen al voor 7 procent van de gezondheidskosten in de Europese Unie. "Dat percentage groeit", waarschuwde Kyprianou.

Kinderen
"Verontrustend is namelijk dat steeds meer kinderen te dik zijn: jaarlijks neemt het aantal te zware kinderen in de EU met 400.000 toe. Al die aankomende hart- en diabetespatiënten zijn een tijdbom onder onze samenleving."

De EU probeert het overgewicht te bestrijden door mensen bewust te maken van vet en suikerrijk eten. De commissaris heeft al afgesproken met limonadefabrikanten dat ze gezondere drankjes op scholen aanleveren.

Strengere regels
Hij juicht ook toe dat het Europees Parlement dinsdag instemt met strengere regels voor gezondheidsbeweringen op voeding. Daardoor mag de consument niet langer verleid te worden een snoepje 'met 0 procent vet' te kopen als het snoepje propvol slechte suiker zit.

"Maar we moeten verder gaan", zei Kyprianou. "We onderzoeken nu of voedingsetiketten misschien begrijpelijker moeten. En met de Europees Commissaris voor landbouw Fischer Boel bespreek ik of groente en fruit wat aantrekkelijker gemaakt kunnen."

Ervaringen

Bij de conferentie wisselden Europese en Amerikaanse deskundigen hun ervaringen uit. "We kampen met hetzelfde probleem, en overleggen grotendeels dezelfde bedrijven", zei de Amerikaanse staatssecretaris Alex Azar van Gezondheid. Hij vertelde over acties voor kantoren met handige trappen, zodat kantoorpersoneel vaker beweegt. En voor promotieacties om mensen naar hun werk te laten lopen. "Maar het is lastig: met twee werkende ouders ben je geneigd fastfood te eten. En bewegen kan je welhaast alleen nog in een sportschool in je vrije tijd."

In de VS is gemiddeld een op de drie inwoners zo zwaar dat ze obees worden genoemd. In de EU-landen is iets minder dan een op de vijf inwoners zo zwaar.

Val nu af lees hier hoe

woensdag, oktober 11, 2006

Mama telt calorieën

Met een te grote focus op eten en diëten bereik je bij kinderen juist het tegenovergestelde van wat je zou willen bereiken. Een ogenschijnlijk merkwaardige stelling die Neeltje Vogels (27) in het proefschrift (2006) poneert waarop zij aan de Universiteit Maastricht is gepromoveerd. Kinderen met overgewicht moeten toch juist veel meer op hun pondjes letten, redeneert het gezonde verstand.

Ze moeten in de hamburgerzaak de verlokkingen van de BigMac, de frietjes met mayo en het calorierijke ijstoetje trotseren en braaf voor een bordje rauwkost met een glaasje water kiezen. Zou je denken. Neeltje Vogels deed echter in een groep van 105 jongens en meisjes van twaalf jaar geheel andere bevindingen. ‘Onze conclusie? Op jonge leeftijd is lijnen of veel met eten en diëten bezig zijn niet wenselijk. Waarom? Juist de kinderen met een ‘geremd eetgedrag’ bleken de kinderen te zijn met overgewicht.’Het begrip ‘geremd eetgedrag’ zal vaak in het gesprek vallen. ‘Het is de mate waarin mensen bewust bezig zijn met eten en diëten: ze voelen zich bijvoorbeeld schuldig als ze te veel gegeten hebben en slaan een volgende maaltijd over. De mensen met ‘geremd eetgedrag’ zouden het heel erg vinden een kilo aan te komen en tellen iedere calorie.’ Dunne kinderen houden zich helemaal niet met dit soort zaken bezig, stelde ze vast. Dikke dus wel.

Voorbeeldfunctie
Vermoedelijk is ‘geremd eetgedrag’ een gevolg van hun overgewicht, geen oorzaak. Vogels vond namelijk dat kinderen met een fors gewicht vaker een moeder hebben die zelf ook dit type eetgedrag vertoont. Mama’s die elke calorie natellen. ‘We denken daarom dat deze kinderen dit type eetgedrag van hun moeder leren. Ouders hebben een belangrijke voorbeeldfunctie voor hun kind.’ Deze moeders proberen hun kinderen waarschijnlijk te corrigeren door het opleggen van de beperkingen die ze zichzelf ook opleggen.Lijkt allemaal heel logisch. Maar het heeft een averechts effect. Want ondanks het geremde eetgedrag van zware kinderen blijken zij juist veel meer te ‘zondigen’ dan kinderen met een normaal gewicht. ‘Het feit dat ze overgewicht hebben, maakt hen meer bewust van eten. Als ze denken dat ze in de gaten worden gehouden, ‘gedragen’ ze zich en eten ze minder dan anders. Ze beseffen dat dit van hen ‘verwacht’ wordt. Zijn ze alleen of bij gezinsleden, dan gooien ze makkelijk alle remmen los en eten ze wat ze willen’, stelt Vogels in haar proefschrift.

Haar advies?
 ‘Ouders zouden meer van gezonde voeding en gezonde eetgewoonten moeten weten. Kinderen moeten van jongs af leren wat gezond eten is. Leg geen beperkingen op, want die werken dus niet zo goed. Hoe meer beperkingen, hoe dikker het kind, bleek uit onze studie. Ook andere onderzoekers hebben dit trouwens aangetoond. Leg de nadruk op wat wél mag en niet op wat niét mag. Kinderen mogen best een glaasje fris, maar geen vijf glazen per dag. Chips kunnen ook, maar niet elke avond. Zet geen grote porties eten op tafel. Voorkom dat ze te veel opscheppen en vermijd calorierijke snacks. Sla het ontbijt niet over, dat is heel belangrijk. Gebruik drie maaltijden per dag. Zorg voor gezonde alternatieven. En uiteraard geldt: minder vet, meer vezels, meer groente en fruit.’Wat ook helpt, is méér lichamelijke activiteit.

Neeltje Vogels gaf alle kinderen een bewegingsmeter mee naar huis waarmee precies kon worden geturfd hoe actief ze waren. De weinig verrassende uitkomst: dunne kinderen bewegen meer dan corpulente kinderen. Hoewel, weinig verrassend...? Voor de zwaarlijvige kinderen zal de uitslag als een surprise zijn aangekomen. Ze menen namelijk oprecht dat ze altijd lekker actief bezig zijn, zo bleek uit de vragenlijsten die zij invulden over hun dagelijkse beweging.

Jojo-effect
‘Kinderen moeten zeker 60 tot 90 minuten per dag bewegen. Het gaat vooral om het verhogen van de matige lichamelijke activiteit, dus de trap nemen in plaats van de lift, lopen of fietsen en veel buitenspelen. Maar natuurlijk is meer sporten ook gezond.’Neeltje Vogels voerde haar onderzoek uit bij kinderen die vanaf hun geboorte werden gevolgd. Zo is bij elke meting hun lichaamsgewicht bepaald. De groei van het aantal pondjes op zeer jonge leeftijd heeft immers al effecten op latere leeftijd. Ouders zouden hierop attent moeten zijn, waarschuwt ze. ‘Een snelle gewichtstoename in het eerste levensjaar is gerelateerd aan overgewicht van het kind op twaalfjarige leeftijd.’Het is niet onbelangrijk om er vroeg bij te zijn.

‘Voorkomen is beter dan genezen’, weet Neeltje Vogels. Ze deed voor haar proefschrift ook onderzoek bij 103 volwassenen die zes weken lang een streng dieet volgden. Gemiddeld vielen de deelnemers zeven kilo af. Mooi resultaat. Echter: twee jaar nadien bleek slechts 13 procent van de afgeslankte proefpersonen zijn lagere gewicht te hebben behouden. De rest kwam weer snel aan. In tegenstelling tot wat bij kinderen is gebleken, leek een verhoogd ‘geremd eetgedrag’ bij de volwassenen juist wel goed te werken. Andere bevinding: wie voorheen tevergeefs veel lijnpogingen heeft ondernomen, heeft minder kans op succes.

Het beruchte jojo-effect. ‘De eerste keer ‘goed’ aanpakken is dus beter dan tien keer afvallen en steeds weer aankomen.’ Eerste stap volgens Vogels: wees je bewust van je slechte eetgedrag. Wees voldoende gemotiveerd om er wat aan te doen. En stel reële doelen. ‘Het aanleren van een gezond eetgedrag is cruciaal voor succesvol gewichtbehoud. Deze verandering zul je moeten inpassen in je levensstijl.’